Wat is er mooier dan zelf de regie in handen te hebben en zelf te bepalen hoe jouw werkzame leven eruit ziet.
Bij PolderWerk omarmen we de waarde van Zelfstandig Zonder Personeel (zzp) als een fantastische kans om op jouw eigen voorwaarden te werken. Het stelt je in staat om projecten te kiezen die bij jou passen en het beste in jou naar boven halen.
De vrijheid die gepaard gaat met het zzp-bestaan kan uiterst waardevol zijn, maar ook lastig. Als zelfstandig ondernemer sta je dagelijks voor de uitdaging verantwoordelijk te zijn voor de kwaliteit van je werk. Uitdagingen die ook weer van invloed zijn op nieuwe opdrachten.
Daarnaast is er een extra uitdaging waar je als zzp’er je zeker bewust van moet zijn. De kwaliteit van je werk wordt niet alleen beoordeeld door opdrachtgevers, maar ook kritisch gevolgd door de belastingdienst. Op basis van steeds veranderende wet-en regelgeving voor zzp’ers blijft het lastig om het goed te doen.
Al decennia lang zijn er discussies gaande over de Zelfstandig ondernemer Zonder Personeel. Hoe kader je de omschrijving, voorkom je misbruik en participeer je als zzp’er voldoende mee in ons sociale stelsel. Het zijn uitdagingen waar geen pasklaar antwoord voor is gevonden. De uitdagingen zijn nog net zo actueel als bij de introductie van de Wet op loonbelasting in 1964.
Wet op de loonbelasting 1964
De Wet op de Loonbelasting 1964 is van oudsher een cruciale pijler geweest van de Nederlandse belastingwetgeving. Haar invloed is voelbaar geweest in alle sectoren van de economie. Echter, een van de meest opvallende en impactvolle effecten van deze wet is te zien bij zzp’ers. Het was de start van een terugkerende discussie in de manier hoe de positie van een zzp’er moet worden beoordeeld.
De Wet op de Loonbelasting 1964 bracht duidelijkheid en uniformiteit in de belastingheffing op looninkomsten. Er was echter niet goed geregeld hoe een zzp’er moest worden beoordeeld. Vaak werd er gewerkt met individuele overeenkomsten en recensies van de Belastingdienst om hun status als zelfstandige vast te stellen.
Verklaring Arbeidsrelatie 2005
In 2005 werd de VAR (Verklaring Arbeidsrelatie) geïntroduceerd. Een mechanisme om bedrijven die zelfstandige ondernemers (zzp’ers) inhuurden vrij te stellen van werkgeversverplichtingen. Verplichtingen zoals het inhouden van loonheffingen en het afdragen van werkgeverspremies. Hoewel de VAR niet verplicht was, werd deze vaak geëist door bedrijven wanneer ze opdrachten toewezen aan zzp’ers.
Forse groei van het aantal zzp’ers in bepaalde sectoren heeft tot discussies over het mogelijke misbruik van de VAR geleid. In sommige gevallen werden werknemers in draaideurconstructies omgevormd tot (schijn)zelfstandigen, waarmee bedrijven werkgeversrisico’s wisten te ontlopen.
De VAR (Verklaring Arbeidsrelatie) bood zelfstandige ondernemers weinig tot geen rechtszekerheid. Hoofdopdrachtgevers, die schijnconstructies toepasten gingen vaak vrijuit en de VAR als instrument om schijnconstructies te bestrijden had daarmee ernstig gefaald. In plaats van bescherming te bieden, opende de VAR de deur voor misbruik, draaideurconstructies en schijnconstructies. Bewuste zzp’ers hadden te lijden onder deze handelingen. Het was duidelijk dat er behoefte was aan een meer effectieve regelgeving om de belangen van zowel zzp’ers als opdrachtgevers op een eerlijke en rechtvaardige manier te regelen.
In de discussies rondom de VAR ontstonden verschillende zorgen en vreesden diverse belangengroepen voor de mogelijke gevolgen. Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) uitte zorgen over de dreiging van een aantasting van ‘het sociale stelsel’, met name met betrekking tot werknemersverzekeringen. Het Ministerie van Financiën vreesde op zijn beurt voor de belastinginkomsten als gevolg van ondernemersvoordelen die de VAR bood. De vakbeweging was bezorgd over de opkomende concurrentie op de arbeidsmarkt.
Deze zorgen weerspiegelde de complexiteit rondom de VAR en de omvang van de ingewikkelde regelgeving om een werkbare situatie te creëren. Een situatie waarbij voor alle partijen er duidelijkheid zou ontstaan met voldoende bescherming voor zowel werknemers als ondernemers.
Wet DBA 2016
Met de invoering van de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelatie (DBA) in mei 2016 kwam er een eind aan de VAR.
De Wet DBA moest duidelijkheid creëren in de arbeidsrelatie tussen opdrachtgever en ZZP’er.
Opdrachtgevers en zzp’ers zijn samen verantwoordelijk voor de helderheid van hun arbeidsverhouding. Binnen deze wet-en regelgeving voor zzp’ers dienen zij samen te bepalen of er sprake is van loondienst. Bij twijfel kan een modelovereenkomst uitkomst bieden, maar dit is geen vereiste.
Geen oplossing
Helaas heeft deze wet-en regelgeving voor zzp’ers niet de oplossingen gebracht die nodig waren voor duidelijkheid en rust.
Het opstellen van een modelovereenkomst geeft aan de voorzijde duidelijkheid en is goed voor een juridische vastlegging van afspraken. Dit geeft echter geen garantie dat de praktische uitvoering ook een samenwerking is zoals vastgelegd in de modelovereenkomst. Met andere woorden, dat de praktische uitvoering een samenwerking is tussen ondernemers, zonder gezagsverhouding en/of andere kenmerken van loondienst.
Het gevolg hiervan is dat er nog steeds veel onzekerheid is en dat er nog steeds financiële risico’s bestaan. Wanneer de Belastingdienst bepaald dat er feitelijk sprake is van een dienstbetrekking, kan de opdrachtgever geconfronteerd worden met naheffingen en boetes. Ook de “schijnzelfstandige” zal op de vingers getikt worden en geconfronteerd worden met boetes, correcties en naheffingen.
Al spoedig na het tot stand komen van deze wet was er duidelijk dat het niet de gewenste oplossingen zou bieden en dat er nog heel veel onduidelijkheid zou blijven bestaan. Dit had als gevolg dat de belastingdienst wel zou gaan controleren, maar niet zou gaan handhaven. Minister Karien van Gennip (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) en staatssecretaris Marnix van Rij (Fiscaliteit en Belastingdienst) gaven het in een schrijven aan de kamer als volgt aan; “Goede handhaving op schijnzelfstandigheid kan alleen als er duidelijkheid is over regelgeving en er een ‘gelijker speelveld’ is tussen zelfstandigen en werknemers op het vlak van belastingen en sociale zekerheid“.
Het handhavingsmoratorium zal zoals het er nu voorstaat eindigen per 1 januari 2025. Vóór deze datum ligt er nog een enorme uitdaging om tot een oplossing te komen. Een oplossing die voldoende duidelijkheid zal creëren en handvaten om op een goede manier een samenwerking aan te gaan.
Wet verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden 2023
Dit wetsvoorstel is onderdeel van het in april 2023 gepresenteerde arbeidsmarktpakket met samenhangende maatregelen voor meer zekerheid voor werkenden en meer wendbaarheid voor ondernemers.
Nieuwe regels voor werken met zzp’ers:
Voormalig minister Van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) heeft een voorstel gedaan om de regels voor het werken met werknemers en zelfstandigen, ook wel zzp’ers genoemd, te verduidelijken. Dit initiatief beoogt zowel werkgevers als zzp’ers sneller duidelijkheid te bieden over wanneer een opdracht wel of niet door een zzp’er kan worden uitgevoerd.
Het concept-wetsvoorstel ‘Verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden’ legt naast het gezag ook de nadruk op tekenen van zelfstandig ondernemen.
Drie Belangrijke Criteria voor de Beoordeling van Arbeidsrelaties
Voormalig minister Van Gennip stelt voor om drie kerncriteria te hanteren bij de beoordeling van arbeidsrelaties:
- Werkinhoudelijke aansturing : Wordt de zzp’er tijdens het werk aangestuurd op inhoudelijke zaken?
- Ingebed zijn in de organisatie : Is de zzp’er onderdeel van de organisatiestructuur?
- Ondernemerschap : Toont de zzp’er kenmerken van ondernemerschap tijdens de uitvoering van de opdracht?
Als er geen sprake is van een werkinhoudelijke aansturing en de zzp’er is niet ingebed in de organisatie, dan kan de opdracht door een zzp’er worden uitgevoerd. Echter, als één van deze twee factoren wel aanwezig is, wordt het aspect van ondernemerschap belangrijk. Als er dan nog steeds geen duidelijkheid is, wordt er verder onderzocht naar persoonlijke kenmerken van ondernemerschap van de zzp’er zelf.
wel even blijven opletten hé
Een verdere uitwerking..
A. Werkinhoudelijke aansturing
- De werkgever heeft het recht om aanwijzingen en instructies te geven over hoe het werk moet worden uitgevoerd, en de werknemer dient deze instructies op te volgen.
- De werkgever kan de voortgang en kwaliteit van het werk van de werknemer controleren en kan, indien nodig, ingrijpen.
B. Organisatorische inbedding
- De werkgever voert de werkzaamheden uit volgens zijn bedrijfsregels.
- De werkzaamheden zijn gerelateerd aan de kernactiviteiten van het bedrijf.
- De taken hebben een regelmatig en voortdurend karakter binnen de organisatie.
- De werkzaamheden worden uitgevoerd in samenwerking met andere werknemers die soortgelijke functies hebben.
C. Eigen rekening en risico
- De financiële risico’s en gevolgen van het werk vallen onder de verantwoordelijkheid van de werkende.
- De werkende zorgt zelf voor de benodigde tools en materialen.
- De werkende beschikt over specifieke opleidingen, ervaring en vaardigheden die niet standaard aanwezig zijn binnen het bedrijf.
- De werkende treedt op eigen initiatief naar buiten toe.
- Er is sprake van kortlopende opdrachten of een beperkt aantal werkuren per week.
C+. Aanvullend Deze criteria bepalen of de werkende zich doorgaans als ondernemer of werknemer in het economisch verkeer gedraagt met betrekking tot vergelijkbare werkzaamheden. Voorbeelden hiervan zijn:
- De werkende heeft meerdere opdrachtgevers per jaar.
- De werkende investeert tijd en/of geld in het opbouwen van een reputatie en het werven van nieuwe klanten of opdrachtgevers.
- De werkende doet investeringen van enige omvang in zijn bedrijf.
- De werkende handelt administratief als een zelfstandige: hij is geregistreerd bij de KVK, is btw-ondernemer en/of heeft recht op fiscale voordelen voor ondernemers.
Oké, en hoe gaat dat nu verder?
Laten we voorop stellen dat de Wet verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden op het moment dat wij deze pagina hebben geschreven nog een concept-wetsvoorstel is.
Hoe het uiteindelijke resultaat er uit gaat zien vinden wij nog moeilijk in te schatten. Het creëert dan wel enige duidelijkheid in de omschrijving, maar legt toch ook vooral de meetlat langs de kenmerken van een werknemer. Blijft er wel voldoende ruimte over om ondernemer te zijn?
Vrijheid van ondernemerschap
Hoe zou je dit nieuwe wetsvoorstel moeten bezien in het Europese grondrecht van vrijheid van ondernemerschap? Is de verregaande bemoeienis en gedetailleerde vastlegging niet een veel te verregaande ingreep in de bedrijfsvoering van een ondernemer?
De wereld verandert en misschien wordt het wel tijd om aan de “vrijheid van” meer waarde toe te kennen. We begrijpen heel goed dat je als overheid een belangrijke rol speelt bij het beschermen van werkende mensen. Situaties waarbij mensen gedwongen worden in een bepaalde oplossing zullen nooit stand houden en zijn verkeerd.
We begrijpen ook heel goed dat draagkracht in een goede maatschappij gefundeerd moet zijn op alle schouders en dat in een welvarende maatschappij er voor iedereen voldoende zekerheid moet bestaan. Het zou echter heel jammer zijn wanneer we de oplossingen hiervoor blijven zoeken in een vaste baan voor iedereen.
Er wordt daarmee te makkelijk voorbij gegaan aan de wens om als werkende in vrijheid keuzes te maken. Keuzes die in onze maatschappij een prima samenwerking creëren met opdrachtgevers en daardoor een veel betere som van wensen en behoeftes maken.
De dynamiek en creativiteit, maar zeker ook het vakmanschap en de grote betrokkenheid, maken de inzet van flexibele arbeid met Zelfstandig ondernemers Zonder Personeel ongelofelijk belangrijk.
Inwerkingtreding 1 juli 2025
Politieke partijen buitelen momenteel over elkaar heen en vinden allemaal een ander zwaartepunt in de oplossingen. Wanneer het echter lukt om het wetgevingstraject voor dit nieuwe wetsvoorstel op 1 januari 2025 afgerond te hebben, dan zou de inwerkingtreding voorzien zijn op 1 juli 2025. Dit wetsvoorstel bevat ook deels de huidige beleidsuitgangspunten van de Belastingdienst met betrekking tot de invulling van de gezagsverhouding. Dat betekent dat je als zzp’er nu al behoorlijk goed kan beoordelen wat deze wet gaat betekenen voor jouw bedrijfsvoering en opdrachten.
Er is geen overgangsrecht
Wanneer het lukt om deze wet op 1 juli 2025 in werking te laten treden, dan betekent het dat de wetgeving direct van toepassing zal zijn. Dit geldt ook voor bestaande overeenkomsten.
Wacht niet te lang
Wacht niet te lang met het onderzoeken wat het voor jou als zzp’er zou kunnen betekenen. Natuurlijk heeft het verleden uitgewezen dat politieke oplossingen niet altijd de definitieve weg zijn. Toch willen we met klem adviseren je voor te bereiden. Denk niet te makkelijk dat het allemaal wel los zal lopen. Kijk eens kritisch naar je opdrachten en je bedrijfsvoering, zijn er twijfels? We gaan graag het gesprek met je aan en natuurlijk houden wij alle ontwikkelingen nauwlettend voor je in de gaten en zullen deze pagina van nieuwe updates voorzien zodra er weer meer duidelijk is.
Goed georganiseerd met een bewuste mogelijkheid in keuzes die jij als ZZP’er zelf bepaalt!
PolderWerk kan je prima ondersteunen in de organisatie van je werk en de facturatie naar jouw opdrachtgevers. Wij zijn ook jouw gesprekspartner bij alle ontwikkelingen die door wet- en regelgeving voor zzp’ers invloed hebben op jouw werk. Natuurlijk hebben wij een bepaalde mening over hoe wet- en regelgeving voor zzp’ers beter zou kunnen. Wat we echter vooral doen is jou op basis van de actuele wet- en regelgeving blijven bijpraten en adviseren.
- Hoe sta jij ervoor als ondernemer? ; Of je nu net bent begonnen of al jaren bezig bent als zzp’er, het is goed om jouw onderneming te toetsten aan de laatste ontwikkelingen.
- Ondernemen is vooruitzien ; De manier waarop de belastingdienst jouw manier van werken beoordeelt kan behoorlijke gevolgen hebben. Hoe ga je hier mee om en/of stuur je hier in bij.
- Wat als je niet als zzp’er wordt beoordeelt ; Er lijkt een storm aan te komen voor veel zzp’ers die op basis van (toekomstige) wet- en regelgeving voor zzp’ers worden gezien als “schijnzelfstandige”. Welke oplossingen zijn er en kan je daarmee je vrijheid behouden?
Ook toe aan een goed gesprek over de wet- en regelgeving voor zzp’ers?
Gewoon even contact opnemen met Ysbrand Valkema (06 13924163) voor Friesland of Wilfred Oppenhuis (06 42755186) voor Noord-Holland en een afspraak maken.