Verkapt dienstverband
Wanneer is er sprake van een verkapt dienstverband?
In het Nederlandse arbeidsrecht ontstaat een arbeidsovereenkomst van rechtswege. Als de drie componenten van een arbeidsovereenkomst (gezag, persoonlijke arbeid en loon) in de arbeidsrelatie aantoonbaar zijn, is er sprake van een arbeidsovereenkomst. Of je dat nu wilt of niet, of dat nu op papier staat of niet, het gaat vanzelf. Dat wil zeggen indien er sprake is van:
- gezag (het werk wordt onder leiding en toezicht van een werkgever gedaan);
- persoonlijke arbeid (het werk kan of mag niet evengoed door een ander worden gedaan);
- loon (vrijwilligerswerk of stages vallen hier niet onder).
Dan maakt de ‘wil der partijen’ niet uit en kan de controlerende instantie (Belastingdienst of inspectie SZW) een arbeidsovereenkomst constateren zonder dat opdrachtnemer of opdrachtgever dat willen. De arbeidsovereenkomst ontstaat van rechtswege door de aard van de werkrelatie.
Fictieve dienstbetrekking
Wanneer er van de componenten gezag en/of persoonlijke arbeid geen sprake is kan er nog wel sprake zijn van een fictieve dienstbetrekking en is de opdrachtnemer volgens de wet alsnog een werknemer en moet er loonheffingen worden ingehouden. Op de site van de belastingdienst vind u een overzicht van de groepen die hieronder vallen.
Schijnzelfstandigheid
Wanneer beide partijen als opdrachtnemer en opdrachtgever met elkaar samenwerken en een zogenaamde ‘Overeenkomst van Opdracht’ hebben afgesloten dan kan er bij controle dus sprake zijn van een ‘verkapt dienstverband’. De opdrachtnemer zegt als ondernemer aan de slag te zijn maar blijkt na controle als werknemer te werken. Andersom zegt de opdrachtgever als inlener van een ondernemer te werken maar blijkt zich na controle als werkgever te gedragen. In een dergelijke situatie is er sprake van een ‘verkapt dienstverband’. Er wordt ook wel gesproken van schijnzelfstandigheid als er wordt gedaan alsof een zelfstandige wordt ingehuurd maar dat de feitelijke werkrelatie aantoonbaar persoonlijke arbeid, gezag en loon in zich draagt. Als er ook maar één van deze drie factoren niet wordt aangetoond, kan er sprake zijn van schijnzelfstandigheid.